Resultaten
Tellers bedankt!
Ondanks het tegenvallende weer hebben jullie meer dan 34.000 schelpen verzameld en op naam gebracht. Wij zijn trots en dankbaar. We hopen jullie in 2024 weer terug te zien op de stranden. Op de hoogte blijven? Geef je op voor onze mailinglist!

In 2023 hebben we
> 34.600 schelpen geteld

Strandschelp
(Spisula subtruncata & Spisula elliptica)

Kokkel
(Cerastoderma edule)

Zwaardschede
(Ensis leei)
Meer weten?
Voor de echte liefhebbers is er hier een excel-bestand met de resultaten per strand. De resultaten van 2022 hebben we ook nog. Uiteindelijk leveren de tellingen een beeld op van de veranderingen in de zee: welke soorten komen er op? Welke profiteren er van warmer wordend water of de aanleg van windmolens? En welke juist niet?
Honderden tellers maal honderden schelpen
Ondanks het tegenvallende weer hebben vrijwilligers bij de eerste Nationale Schelpenteldag op zaterdag 25 maart meer dan 34.000 schelpen geteld op Nederlandse stranden. Op 19 locaties telden en determineerden meer dan duizend enthousiaste deelnemers met hulp van experts de schelpen. Ook in België en Frankrijk gingen mensen naar de stranden: langs 400 km Noordzeekust kwam de teller op meer dan tachtigduizend schelpen.
Wij zijn trots op dit resultaat, en bedanken iedereen die heeft geholpen om het mogelijk te maken. Die vele tienduizenden schelpen samen leveren een beeld op van de soortensamenstelling in de zee.

Verschillen tussen Nederland en België

Foto: Annelies Tavernier (VLIZ)
Dit jaar was de Schelpenteldag groter en internationaler dan ooit: heel Nederland deed mee (vorig jaar alleen Zuid-Holland), en in Noord-Frankrijk was een pilot-telling.
In totaal raapten de naar schatting tweeduizend deelnemers 82.444 schelpen (Be: 40.770; NL: 34.689; Fr: 6.985). In de drie landen samen, troffen de vrijwilligers 66 verschillende soorten. De twee best vertegenwoordigde schelpen blijven halfgeknotte strandschelp en kokkel. België zag zijn vaste trio opnieuw hoogst scoren, met de halfgeknotte strandschelp, nonnetje en kokkel. Het telstation Zuydcoote in Frankrijk zag dan weer een top-3 gevormd door kokkel, gewone tapijtschelp en mossel. De Amerikaanse zwaardschede eindigde in elk van de landen op een vierde plaats.
Initiator van het project, Jan Seys van het Belgische VLIZ: 'Over de volledige lengte van het traject zijn halfgeknotte strandschelp en kokkel vaste waarden. Het merendeel van deze schelpen zijn oud, getuige het lage aantal dubbele schelpen, en je vindt ze overal. Daarbovenop zie je duidelijk lokale verschillen, met typisch veel Nonnetjes aan de Belgische oost- en middenkust en aan de Zeeuwse kust, en bijvoorbeeld opvallend veel recente tapijtschelpen en messcheden tegenaan de Franse grens. In Zeeland is de kokkel het meest algemeen in langs de Hollandse kust de halfgeknotte strandschelp, en Nederland kent weer meer ovale strandschelpen, waarvan een gedeelte fossiel is. Om die patronen te kunnen zien heb je een schelpenteldag nodig.'
Dubbele kleppen
Onze tellers hebben dit jaar speciaal op doubletten gelet. Doubletten zijn setjes van twee schelpkleppen die nog aan elkaar zitten. De verbinding daartussen gaat snel los als ze dood gaan, dus van deze schelpen weten we zeker dat ze kort geleden nog in zee geleefd hebben.
Losse kleppen kunnen ook van heel oude of zelfs fossiele schelpen zijn. Van 22 soorten werden doubletten gevonden. Kijk je alleen naar doubletten dan ziet de top 3 er heel anders uit. De Amerikaanse zwaardschede staat dan onbetwist op nummer 1. De nummers 2 en 3 zijn wel inheemse soorten: mossel en kokkel.
